Een blend van druiven
Bijna alle Bordeaux die wordt geproduceerd bestaat uit een blend.
Druiven voor rode Bordeaux
Merlot
Ongeveer tweederde van de aangeplante druiven voor rode wijn is merlot en het is de ideale druif op de rechteroever voor Pomerol en St.-Émilion. De bodem van klei en kalksteen is perfect voor merlot. Maar ook op de rechteroever is merlot niet weg te denken. En ook daar; hoe meer klei in de bodem des te meer merlot er wordt aangeplant.
Het karakter van merlot is rond en soepel met veel kleur en geur. Typische aroma’s voor merlot zijn rood fruit, pruimen, vijgen, drop en chocolade.
Cabernet Sauvignon
Dé druif van Bordeaux en de rode druif die wereldwijd het meest wordt verbouwd. Het klimaat en de bodem in Bordeaux zijn uiterst geschikt voor cabernet sauvignon. Met name op de linkeroever, met veel (warme) kiezelbodems, gedijt de druif goed en kan tot volle rijpheid komen. Cabernet sauvignon geeft wijnen structuur en krachtige tannines. Onder andere deze tannines geven de wijnen rijpingspotentieel.
Cabernet sauvignon geeft een verscheidenheid aan geuren, smaken en structuren. Diep donker van kleur en aroma’s van rood fruit en donker fruit, zwarte kersen en chocolade in de jeugd en als de wijn zich verder ontwikkeld tabak, cederhout, leer, truffel en potlood.
Cabernet Franc
Zeer geschikt als aanvulling van blends in Bordeaux. De druif groeit het best op kalkhoudende, kiezelbodems en zandbodems. Cabernet franc heeft verfijnde tannines, matig kleur en kenmerkende geuren en smaken zijn bloemen, pruimen, bramen, cassisfruit en kruiden.
Petit Verdot
Een gevoelige druif die alleen gedijt bij goede weerscondities. In sommige jaren komt deze druif niet geheel tot rijpheid en wordt dan weggelaten uit blends. Petit verdot geeft wijn kracht door de stevige tannines en daarnaast een diepere kleur. Verder zijn kenmerkend het bloemige aroma van met name viooltjes.
Malbec
Malbec werd tot halverwege de vorige eeuw nog ruim gebruikt maar de druif kan slecht tegen vorst, vocht en allerlei ziektes. In Bordeaux is men daarom door de jaren heen overgestapt op andere druiven. Malbec tref je dan ook bijna nooit meer in de Bordeaux wijnen. Als ze worden gebruikt geven ze kleur en zachtheid aan de wijn.
Druiven voor witte Bordeaux
Sémillon
Sémillon is de belangrijkste druif voor de fameuze zoete witte wijnen uit met name Sauternes en Barsac. Sémillon heeft een rond, vet karakter met abrikoos en honing aroma’s. De dunne schil en het warme en vochtige klimaat geeft de botrytisschimmel de ruimte waardoor er een concentratie van smaak en aroma ontstaat die uniek is in de wereld. Dit wordt ook wel “edele rotting” genoemd.
Op een enkele wijn na wordt de wijn van Sémillon altijd gemengd met sauvignon blanc en andere druiven als bijvoorbeeld Muscadelle. Sémillon heeft ook een belangrijke rol bij de produktie van droge witte Bordeaux wijnen.
Sauvignon Blanc
Sauvignon Blanc is uitermate geschikt voor het maken van droge witte wijnen. Sauvignon blanc geeft wijnen zuren, levendige en frisse aroma’s en daarnaast zuiverheid en mineraliteit.
In Bordeaux blends geeft de druif droge witte wijnen een verscheidenheid aan citrustonen, geur van vers gemaaid gras en bukshout. In de zoete blends zorgt het voor een spectrum van honing en tropisch fruit in geur en smaak.
Muscadelle
Muscadelle wordt veelal gebruikt als aanvulling in Bordeaux blends. Het is een druif met subtiele kenmerken, zacht, aromatisch en krachtig met aansprekende tonen van bloemen en muskaatdruiven.